Column

Ken je de huidige rijhulpsystemen?

01 dec 2019

Nieuwe wagens zijn standaard uitgerust met enkele verplichte rijhulpsystemen. Die moeten onze voertuigen veiliger te maken en helpen ons onze voertuigen beter onder controle te houden in noodsituaties om zo ongevallen te vermijden.

De laatste jaren investeren autoconstructeurs gigantische bedragen in rijhulpsystemen. Nieuwe voertuigen van (bijna) alle autoconstructeurs zijn vaak ook uitgerust met niet­verplichte rijhulpsystemen, ontworpen om ons bij te staan in noodsituaties die kunnen ontstaan door onoplettendheid, vermoeidheid, afleiding, het verkeerd inschatten van een situatie … We zetten voor je op een rijtje wat er al allemaal bestaat.

Actieve veiligheidssystemen:

ABS of Anti Blokkeer Systeem: Sensoren aan de wielen meten wanneer je wiel bij hard remmen blokkeert. De remkracht op dat wiel zal dan verminderen zodat het blijft draaien. Enkel wanneer alle wielen draaien, blijft de wagen bestuurbaar. Vooral op sneeuw en ijs, maar ook bij hevige regen, mag je van ABS geen wonderen verwachten.

BAS of Brake Assist System: Dit systeem detecteert de abnormale remdruk die ontstaat wanneer je plots hard moet remmen of een noodstop moet uitvoeren, en zal dan zelf 20 tot 40 procent meer remdruk uitoefenen. Testen bewijzen dat je remafstand bij een nood stop aan 100 kilometer per uur met BAS 40 meter bedraagt, tegenover 73 meter zonder BAS.

TC of Traction Control: TC vermijdt het doorslippen van de wielen bij het vertrekken of accelereren. Wanneer sensoren constateren dat je wielen dreigen door te slippen, zal het motorvermogen elektronisch teruggeschroefd worden. Wanneer een van de aangedreven wielen doorslipt, zal dat wiel via het ABS systeem afgeremd worden, zodat meer kracht geleverd wordt aan het wiel dat niet doorslipt. Traction Control zorgt dus voor een optimale verdeling van de kracht op de aangedreven wielen, wat voor een betere stabiliteit zorgt. Dit systeem kan uitgeschakeld worden, wanneer dat bijvoorbeeld nodig is om te kunnen vertrekken op een gladde achtergrond.

ESC of Electronic Stability Control: Verschillende sensoren meten het gedrag van het voertuig ten opzichte van de stuurbeweging, waardoor de computer kan berekenen of je in een slip bent terechtgekomen. Indien dit het geval is, zal ESC via het afremmen van een van de wielen het voertuig corrigeren.

Assisterende veiligheidssystemen:

ACC of Adaptieve Cruise Control: Wanneer je op cruise control rijdt, zal je die moeten uitschakelen wanneer een voorligger trager rijdt om een aanrijding te vermijden. Adaptieve Cruise Control ‘ziet’ die voorligger en zal zelf de snelheid aanpassen zonder cruisecontrol uit te schakelen. De afstand die de ACC dient te houden, kan je zelf regelen. Dit systeem werkt meestal niet wanneer je ruit aangevroren is of bedekt met sneeuw. Ook bij hevige regen durft het te falen.

Speed Limiter: Zoals Cruise Control, maar dan ander­ som … Een vooraf ingestelde snelheid kan niet overschreden worden tenzij je plankgas trapt. In omgevingen als een bebouwde kom kan dit handig zijn. Zo moet je niet constant je snelheidsmeter in het oog houden.

Lane Keeping Assistance: Dit systeem registreert het overschrijden van lijnen (tot een bepaalde hoek). Wanneer je van rijstrook verandert zonder de richtingaanwijzer te gebruiken, gaat het systeem ervan uit dat je ongewild van je rijstrook afwijkt en zal het een optisch en/of een akoestisch alarm geven. Sommige (vaak duurdere) wagens die uitgerust zijn met Lane Keeping Assistance zullen bijkomend corrigeren, zelf bijsturen dus. Bij sneeuw en ijzel werkt het systeem niet tot matig; de witte ondergrond maakt het immers moeilijk om lijnen te herkennen.

BSM of Blind Spot monitor: Sensoren merken weggebruikers op die zich in de dode hoek bevinden. Op de buitenspiegel gaat dan een optisch alarm branden. Wil je ondanks deze waarschuwing toch van rijstrook veranderen of afslaan, zal het systeem een akoestisch alarm geven. Dit systeem is vaak snelheidsafhankelijk, waarbij het onder een bepaalde snelheid niet werkt.

HUD of Head Up Display: Geeft informatie weer op een display of rechtstreeks op de voorruit. Recht in het gezichtsveld dus.

Parkeer­ en manoeuvrehulpsystemen:

Automatisch parkeren: Nadat je hebt aangegeven of je ‘parallel’ of ‘loodrecht’ wil parkeren, meten sensoren de ruimte op. Het gas­ en rempedaal, de koppeling en de versnellingen moet je zelf bedienen; het systeem verzorgt de stuurbewegingen. Is je voertuig uitgerust met een automatische versnellingsbak, moet je enkel de juiste versnelling selecteren en tijdig remmen. Is je voertuig bovendien ook nog uitgerust met Anti Collision System, zal het voertuig ook voor jou remmen wanneer het geparkeerd is.

Parkeersensoren: Parkeersensoren meten de afstand tussen jouw voertuig en het voertuig voor of achter je. Via akoestische signalen geeft het systeem aan hoe dicht je het andere voertuig genaderd bent.

Achteruitrijcamera: Via een camera achteraan op de wagen en een scherm heb je zicht op wat er zich achter je auto bevindt. Vaak geven bewegende lijnen je rijlijn aan, afhankelijk van de stand van de voorwielen.

Elektrische handrem: De handrem kan manueel ‘opgetrokken’ worden maar zal ook automatisch geactiveerd worden wanneer je de motor van je wagen stillegt. Het systeem schakelt de handrem uit wanneer je je gordel aandoet en vertrekt. Je hebt dus geen omkijken meer naar de handrem.

Anti Collision Systems of anti­bots­systemen: 

Anti Collision System: In dit elektronisch systeem kennen we twee verschillen: de radar van het eerste systeem herkent enkel ‘metalen’ obstakels, en dus geen voetgangers, fietsers of spelende kinderen. Het tweede systeem werkt met een radar en camera waardoor het bijna alles herkent (enkel geprogrammeerde obstakels). Beide systemen geven eerst een visueel en/of akoestisch alarm. Wanneer de bestuurder niet reageert, zal het systeem ingrijpen en remmen.

Vermoeidheidsdetectie: Hiermee worden de oogbewegingen geregistreerd. Wanneer de ogen gedurende enige tijd geen (of te weinig beweging) vertonen, gaat het systeem ervan uit dat de bestuurder tekenen vertoont van vermoeidheid en zal het systeem een alarm geven teneinde de bestuurder terug bij de les te krijgen.

Wanneer ons stalen ros is uitgerust met alle huidige op markt verkrijgbare rijhulpsystemen, kan hij bijna autonoom rijden. Als bestuurder blijven we echter volledig verantwoordelijk. Rijhulpsystemen zijn niet foutloos, en verschillende tests hebben bewezen dat we (nog) niet blindelings mogen vertrouwen op deze systemen.

Vorige