Column
Elektrisch rijden: een realistisch toekomstbeeld?
Omwille van de hoge schadelijke uitstoot hebben de traditionele verbrandingsmotoren weinig of geen toekomst meer. Er wordt volop ingezet op elektrische mobiliteit, maar er is ook waterstof… Wat moet je over deze technologieën weten? KWB rijbewijs neemt je mee naar de toekomst. Veiligheidsgordels aan, daar gaan we!
Heel wat overheden leggen steeds strengere uitstootnormen op. Denk aan de lage-emissiezones waardoor oudere, vervuilende voertuigen met een verbrandingsmotor de toegang tot sommige stadsdelen wordt ontzegd.
Elektrische voertuigen zijn stil en stoten geen schadelijke uitlaatgassen uit. Uitgerust met een gerobotiseerde of automatische versnellingsbak bieden ze bovendien meer rijgemak en comfort dan een voertuig met handgeschakelde versnellingen, én zijn veiliger. (Meer hierover kan je lezen de in Raak van december 2020 of op www.kwb.be/rijbewijs/column) Daarnaast hebben elektrische voertuigen een veel beter rendement (75%) dan verbrandingsmotoren (25%).
Constructeurs hebben de moeilijkheidsgraad en hoge productiekost van de ontwikkeling van deze voertuigen onderschat. Die kosten worden doorgerekend aan de eindgebruiker, waardoor elektrische voertuigen relatief duur zijn. Voor wie niet kan genieten van een fiscaal voordeel bij de aankoop van een elektrische auto zijn deze auto's financieel dus een flinke investering. Onze overheid biedt wel premies, maar die zijn regio- en tijdsgebonden.
Twee soorten elektrische auto's
Bij een vol-elektrisch voertuig gebeurt de aandrijving uitsluitend via een elektrische motor. Je kan de batterijen opladen via het elektriciteitsnet, maar er wordt ook elektriciteit gegenereerd wanneer je vertraagt en afremt. De actieradius van een elektrische auto is beperkt. Een volle batterij is goed voor maximaal 300 kilometer, afhankelijk van het weer / de buitentemperatuur. Hierdoor is een vol-elektrische wagen vooral geschikt voor wie korte verplaatsingen doet in een omlijnde regio. Er is echter ook een nieuwe generatie elektrische auto's op komst, die een grotere actieradius belooft. De oplaadtijd varieert van 30 minuten tot 10 uur, afhankelijk van de capaciteit van de batterijen en het type oplaadpunt.
Het huidige aanbod vol-elektrische voertuigen en het aantal laadpunten langs de weg is voorlopig (nog te) beperkt. De prijs die je betaalt aan een openbaar laadpunt is bovendien aan een klim bezig. Thuis of op het werk laden via een gewoon stopcontact laden is financieel interessanter maar gaat traag, tenzij je een (sneller) laadsysteem plaatst. (Je garagist en elektricien kunnen je hier meer info over geven.)
Als tussenoplossing bieden heel wat constructeurs (plug-in) hybride modellen aan. De combinatie van een elektromotor en verbrandingsmotor doet de uitstoot van schadelijke gassen dalen, maar behoudt de actieradius. Omwille van de dubbele motorisatie zijn ook deze voertuigen echter niet goedkoop. Met een hybride kan je volledig elektrische rijden als de batterijen voldoende gevuld zijn, je niet te snel optrekt en je geen te hoge snelheden haalt. Je kan dan ongeveer 4 kilometer elektrisch rijden. De elektrische actieradius van een plug-inhybride ligt rond de 30 à 50 kilometer als de batterijen volledig opgeladen zijn via het elektriciteitsnetwerk. Een hybride auto is zeer interessant voor wie veel verbindingswegen gebruikt en in een drukke, stedelijke omgeving komt. Op de snelweg komt hij minder tot zijn recht, en hij is ook niet geschikt voor het trekken van een (zware) aanhangwagen of caravan. Door de batterijen en dubbele motorisatie hebben hybride voertuigen een hoger gewicht. De batterijen nemen ook plaats in beslag waardoor je er minder bagage in kwijt kan.
En waterstof?
Als de batterijen worden vervangen door een brandstofcel en waterstoftank, kan er in realtime in de auto zelf elektriciteit geproduceerd worden. De waterstof uit de tank wordt door een brandstofcel gemengd met zuurstof uit de lucht. Dat proces genereert elektriciteit en een beetje water: de elektriciteit kan de elektromotor voeden, en uit de uitlaat komt enkel water(damp). Via een filtersysteem wordt de gebruikte lucht gefilterd en properder uitgestoten dan aangezogen. Een voertuig op waterstof zuivert zo de lucht en draagt dus bij aan een properder milieu. Het omzetten van waterstof naar elektriciteit is echter een ingewikkeld proces waarbij heel wat energie verloren gaat. Waterstof is bovendien een erg ontvlambaar gas, waardoor specifieke veiligheidsvoorschriften geleden voor het tanken en opslaan ervan. Bepalend voor de actieradius is het volume van de waterstoftank. Een kleine tot middelgrote wagen is minder geschikt.
De bouw van een waterstoftankstation kost 1 à 1,5 miljoen euro, de reden waarom er in België slechts twee tankstations (Zaventem en Halle) zijn waar je waterstof kan tanken, al zouden er in de toekomst nog twee volgen, in Gent en Antwerpen . In België zijn momenteel ook maar twee waterstofvoertuigen op de markt, die 80.000 euro of meer kosten. Ook de prijs van waterstof ligt (nog) hoog: een vol-elektrische wagen verbruikt ongeveer 12 euro aan elektriciteit voor 500 kilometer, terwijl dat voor waterstof ongeveer 50 euro is. Het grote voordeel van waterstof: het kan uit verschillende materialen en stoffen gemaakt worden. Voor een tekort aan waterstof moeten we dus niet vrezen!
Hoe ziet de toekomst eruit?
De elektrische motor is een topkandidaat om de verbrandingsmotor te vervangen. Maar moet die dan gevoed worden door batterijen of een brandstofcel? De meningen daarover zijn verdeeld.
Hoewel een auto op waterstof onweerlegbaar heel wat voordelen biedt (vooral op vlak van autonomie), verhinderen factoren als prijs en infrastructuur een warm onthaal door het grote publiek. Een wagen met batterijen blijft voorlopig de beste optie, zeker omdat constructeurs er jaar na jaar in slagen de autonomie ervan te verbeteren. Voor specifiek transport - lange afstanden, trekken van zware lasten, transport van goederen… - helt de weegschaal over naar waterstof.
De grootste struikelblokken voor elektrische auto’s blijven echter de aankoopprijs en laadfaciliteiten. Ook de overheid is een onbekende factor. Enkel als die een coherent en consequent fiscaal auto- en milieubeleid voert, zal de consument volgen en de elektrische auto zijn doorbraak kennen.