Column

De lente staat voor de deur! Heel wat kwb-afdelingen plannen ook dit jaar (al dan niet begeleide) wandelingen. Als je op de openbare weg komt, moet je ook als voetganger de verkeersregels respecteren. Welke regels zijn er voor voetgangersgroepen?

Tekst: Siegmund Hermans

Wanneer er een uitstap gepland is, ben je vaak met een (grote) groep op stap in het verkeer. Een ongeluk voor jou, maar ook voor een andere weggebruiker zit daarbij in een klein hoekje. Het is dus belangrijk om je aan de wegcode te houden.

Plaats op de rijbaan

Wanneer aanwezig is het voetpad of trottoir de verplichte plaats voor de voetganger. Zijn die er niet, dan kies je uit andere delen van de openbare weg de meest veilige plaats om te wandelen. Dat zijn de verhoogde of gelijkgrondse bermen, indien deze verhard en dus begaanbaar zijn. Anders kies je het fietspad of de parkeerstroken. Moet je toch op de rijbaan lopen? Met een kleine groep onderweg (vijftal personen), stap je links op de rijbaan tegen de rijrichting in. Ben je met meer, dan mag je met de rijrichting mee stappen. Verkies je toch links met een grote groep, dan moet je verplicht achter elkaar wandelen.

Zichtbaarheid

Het gebruik van reflecterende of fluorescerende kleding als voetganger in het verkeer is niet wettelijk verplicht, maar veel ongevallen met voetgangers en fietsers gebeuren doordat ze moeilijk te zien zijn. In het donker of wanneer de zichtbaarheid onvoldoende is (minder dan 200 meter), draag je dus het best altijd reflecterend materiaal! Een automobilist die met gewone lichten rijdt, ziet bij nacht een persoon:

• pas vanaf 26 meter ver als hij/zij donkere kleren draagt
• pas vanaf 38 meter ver als hij/zij heldere, lichtgekleurde kleren draagt
• al vanaf 136 meter ver als hij/zij reflecterende kleding draagt.
  

Rust dus zoveel mogelijk personen uit met een hesje en verspreid hen over de groep. Als je de rijbaan volgt, móet je groep verlicht zijn van valavond tot de ochtendstond én bij slechte weersomstandigheden. Wanneer je links op de rijbaan (dus tegen de rijrichting in) stapt, hoort rechts vooraan een rood licht en rechts achteraan een wit licht. Stap je rechts, dan draag je de lichten normaal (links vooraan een wit licht en links achteraan een rood licht). Grote groepen moeten ook een of meer witte of gele lichten op de flanken van de groep dragen. Alhoewel ook niet verplicht, raden we je aan om de verlichting ook te gebruiken als je onder dezelfde omstandigheden op bermen of fietspaden loopt.

Oversteken

Op een zebrapad met verkeerslichten volg je de normale regels. Springt het licht op rood terwijl de groep nog aan het oversteken is, moeten degenen die nog niet begonnen zijn met oversteken wachten tot het weer groen wordt. Aan een zebrapad zonder lichten mag je als groep wel in één keer oversteken. Het is immers voor elke weggebruiker verboden om door een groep voetgangers te breken die reglementair oversteekt. Een uitzondering is de tram: wanneer je tramsporen kruist, moet je de tram voorrang geven. Als er geen oversteekplaats voor voetgangers voorzien is, steek je de rijbaan over op een plaats waar je duidelijk gezien kan worden door het aankomende verkeer. Zet een persoon tussen het verkeer en je de rest van de groep, zodat hij/zij een goed zicht heeft en aanwijzingen kan geven. Vertrekken tussen geparkeerde auto’s, in bochten of op hellingen ... is sterk af te raden.

Begeleiding

Je kan een groep voetgangers laten begeleiden door een of meer opzichters of seingevers. Die moeten wel meerderjarig zijn en uitgerust zijn met een C3-bord. Ook een armband met de Belgische driekleur, een fluohesje en een fluitje zijn aan te raden. Je laat het best enkel personen seingeven met een goede kennis van de wegcode. Je hebt er geen diploma of attesten voor nodig. De verplichte uitrusting en gezond verstand volstaan. Mits gebruik van een C3-bord mag een volwassen groepsleider het verkeer stilleggen om zijn groep te laten oversteken, behalve bij spoorvoertuigen en op kruispunten en oversteekplaatsen die geregeld worden door verkeerslichten.

Veel wandelplezier!